V1 in West-Vlaanderen

De zwarte streep duidt de plaats van de helling aan. Die ligt op ongeveer 50 meter van de straat verwijderd. Het grijze vakje toont ons de plaats waar we betonresten gevonden hebben.

Situering

L-vormig bosje aan de Reningsestraat te Brielen, tegenover de hoeve van Roland Schouteten (Reningsestraat nr. 2).

Sporen

Met de toestemming van boswachter Luc Demolder hebben we heel het bosje vol gaten gestoken, maar we hebben enkel een stukje dun beton gevonden van ongeveer 2 op 3 meter. Het beton is heel slecht, waardoor we vermoeden dat het afvalbeton is. Er zijn ook sporen te zien van grove, rood-bruine kiezel.

Dit is de dunne betonnen plaat die we gevonden hebben.
Deze plaat heeft een oppervlakte van ongeveer 2m².

Het bos, gefotografeerd vanuit het oosten.

Dit is het wandelpaadje waarlangs de gevangenen naar Brielen liepen. Enkele jaren geleden werden er grotere tegels gelegd. Op de rechter kaart zien we waar het pad loopt (rode lijn), het bos is omcirkeld.

Getuigen en bronnen

André Vanoverberge

In de Kapellestraat nummer 26 woont André Vanoverberge (geboren op 3 mei 1933). Hij was 11 jaar oud toen elke dag opnieuw een groep van ongeveer 15 Russen kwam water halen op de boerderij van André's vader. Men kwam het water halen in een aalton ("karteel") van enkele 1000-den liters. De Russen duwden het "karteel" te voet. Ze hadden een gestreepte pyjamabroek en een gestreepte pyjamajas aan. Ze brachten het water naar een bosje. Het bosje lag op ongeveer 400 meter van het kruispunt van de Kapellestraat met de Reningsestraat in de Reningsestraat richting Ieper. Het bosje heeft de vorm van een "L". Het is ongeveer 150m lang en 50 meter breed. De Russen goten een plateau op zo'n 50 meter van de weg. Indien de bezetting nog 14 dagen langer geduurd zou hebben, dan hadden ze volgens André V1's afgeschoten in Brielen.

Getuige Henri Vandenbroucke (1913-2001)

"In 1944 werd er in het bos langs de Kapellestraat een betonnen platform gemaakt. Dit werd uitgevoerd door Russische krijgsgevangenen. 's Morgens kwamen zij met een bus aan, vergezeld met enkele Duitse schildwachten. Die Russische krijgsgevangenen kwamen dikwijls naar onze hofstede en telkens gaven wij hen brood mee. Waarschijnlijk werd dit platform gemaakt voor het afvuren van V1-bommen. Ook pastoor Wight zag het gevaar in. Hij zei dat we in een gevaarlijk gebied woonden en dat de geallieerden dat volledig zouden bombarderen. Gelukkig is dit nooit gebeurd en werd dit bouwwerk ook nooit volledig afgewerkt." (Geciteerd in Snick, Brielen (...).)

De verzetsbeweging Luc-Marc signaleerde de werkzaamheden in Brielen bij de Britten.